Woordenlijst
We geven zo duidelijk mogelijk over MRA-therapie. Hier vindt u de meest gebruikte ‘moeilijke woorden’ en vaktermen.
Afkorting voor Apneu Hypopneu Index: gemiddelde aantal apneus en hypopneus per uur slaap, gemeten over de totale slaaptijd.
Afkorting voor Apneu Index: de optelsom van obstructieve en centrale apneus per uur slaap, gemeten over de totale slaaptijd.
Apneu betekent ademstilstand. Komt oorspronkelijk uit het Oudgrieks en betekent letterlijk: niet ademen, ademstilstand. Het is de medische term voor een onderbreking van je ademhaling van langer dan 10 seconden.
Opwekking, wekreactie. Activatietoestand van het centrale zenuwstelsel. Doordat de luchtweg wordt afgesloten reageert het lichaam.
De ESS is een eenvoudige zelftest (geen diagnosticum) om de slaperigheid en de neiging in slaap te vallen te bepalen.
Afkorting voor ‘mandibulair (onderkaak = mandibula) repositieapparaat’. Dit is een vorm van therapie voor slaapapneu.
Orthopantomogram, een kaakoverzichtsfoto die de tandarts maakt met een röntgenapparaat.
Afkorting voor Obstructief Slaap Apneu Syndroom. OSAS is een aandoening waarbij tijdens de slaap ademstilstanden ontstaan door een blokkade in de bovenste luchtwegen.
PAP is een afkorting voor: Positive Airway Pressure (positieve druk in de luchtwegen). Het is een vorm van therapie die ondersteunt bij de ademhaling. PAP-therapie bestaat in drie verschillende varianten. CPAP, APAP en BI-PAP.
poly(somno)grafie, de slaapregistratie die (o.a.) ademstops registreert.
het verstellen van de MRA-beugel, waardoor de onderkaak naar voren komt.
TIP: op de website van de Apneuvereniging is een uitgebreide woordenlijst te vinden.